Geschreven op 24 mei 2022
Werken met een zzp’er: voorkom het risico op schijnzelfstandigheid
Als je een zzp’er inzet die (uiteindelijk) niet als zzp’er wordt aangemerkt dan kan dit behoorlijk in de papieren lopen en (financiële) risico’s met zich meebrengen. Er wordt met hem/haar dan een arbeidsverhouding in loondienst verondersteld. We spreken dan van schijnzelfstandigheid. De Belastingdienst en/of rechter zien je namelijk als werkgever. En je moet dan (met terugwerkende kracht) loonbelasting, sociale- en pensioenpremies over de (verdiensten van de) zzp’er betalen. Hoe voorkom je dat een zzp’er als werknemer wordt gezien? Maar wat is eigenlijk het verschil tussen een arbeidsovereenkomst met een werknemer en een overeenkomst van opdracht met een zelfstandige? Laten we met de laatste vraag beginnen.
Inhoud
- Wat is het verschil tussen een arbeidsverhouding en een overeenkomst met een zelfstandige?
- Wanneer is er sprake van een gezagsverhouding?
- Zijn de uit te voeren werkzaamheden een wezenlijk onderdeel van de bedrijfsvoering?
- Heeft de zzp’er de vrijheid in het uitvoeren van de werkzaamheden?
- Economische onafhankelijkheid van de zzp’er
- De beoordeling van alle bovengenoemde punten gebeurt op basis van de feitelijke situatie
- In het kort
Wat is het verschil tussen een arbeidsverhouding en een overeenkomst met een zelfstandige?
Een belangrijke factor is de gezagsverhouding. Wie heeft welke invloed op de uit te voeren werkzaamheden? De gezagsverhouding is een kenmerk van de arbeidsovereenkomst. De werkgever heeft invloed op de werkzaamheden en hoe het resultaat bereikt wordt. In de relatie tussen opdrachtgever en een zzp’er ontbreekt juist dit gezag. De opdrachtgever heeft geen (of maar zéér beperkte) invloed hoe het resultaat wordt bereikt.
Wanneer is er sprake van een gezagsverhouding?
Het Handboek Loonheffing van de Belastingdienst heeft 5 punten beschreven, waarmee je kan beoordelen of er een gezagsverhouding is. Deze 5 punten zijn:
- Leiding en toezicht: hierbij wordt gekeken naar de invloed die de opdrachtgever kan uitoefenen op de werkende en de werkzaamheden die uitgevoerd moeten worden. Is de opdrachtgever bevoegd om instructies over het werk van de zzp’er te geven en is de zzp’er verplicht deze op te volgen?
- Vergelijkbaarheid personeel: hierbij wordt gekeken naar de verhouding tussen de opdrachtgever en de werkende en in hoeverre deze vergelijkbaar is met personeel dat in dienst is bij de opdrachtgever. Zijn de werkzaamheden aan te merken als de normale bedrijfsactiviteiten van de opdrachtgever?
- Werktijden, locatie, materialen, hulpmiddelen en gereedschappen: hierbij is van belang in hoeverre de werkende zelf werktijden en de locatie van de werkzaamheden kan bepalen. Ook wordt gekeken naar de invloed die de opdrachtgever heeft op het gebruik van de materialen en hulpmiddelen.
- De manier waarop de werkende naar buiten treedt: hierbij wordt gekeken in hoeverre de werkende als eigen onderneming naar buiten treedt of juist namens de opdrachtgever. Rijdt hij in een bestelbus met de naam van zijn eigen onderneming of juist in een bestelbus van de opdrachtgever.
- Overige relevante punten: er kunnen per situatie nog andere dingen spelen die van invloed kunnen zijn op de beoordeling van de gezagsverhouding. Een belangrijke factor is hierbij de risicoverdeling en aansprakelijkheid. Wanneer de aansprakelijkheid vooral bij de opdrachtgever ligt kan dit een indicatie zijn voor een arbeidsovereenkomst. Ook kan het overeenkomen van een concurrentie- en/of relatiebeding een belangrijke aanwijzing zijn voor het aannemen van een gezagsverhouding.
Wordt op één van deze onderdelen gescoord dan betekent dit nog niet meteen dat er sprake is van een gezags- en daarmee arbeidsverhouding. De 5 punten staan in onderling verband met elkaar. En zullen in samenhang met elkaar moeten worden beoordeeld.
Zijn de uit te voeren werkzaamheden een wezenlijk onderdeel van de bedrijfsvoering?
Uit jurisprudentie blijk dat dit een belangrijke vraag is in de beoordeling of er sprake is van schijnzelfstandigheid. Een belangrijke vraag is dus om aan jezelf te stellen als je een zzp’er wilt inhuren voor het uitvoeren van werkzaamheden: Gaat de zzp’er de ‘normale kernactiviteiten’ van het bedrijf uitvoeren? Is het antwoord ja dan neemt de Belastingdienst en/of de rechter snel aan dat er sprake is van schijnzelfstandigheid. Je kan aannemen dat er dan een gezagsverhouding is.
Heeft de zzp’er de vrijheid in het uitvoeren van de werkzaamheden?
Een belangrijke indicatie is of de zzp’er verplicht is om persoonlijk de arbeid te verrichten of dat hij de vrijheid heeft om zich te laten vervangen. Verder is het belangrijk of de zzp’er zelfstandig zijn werk en/of dienst kan leveren, dat hij daarbij niet afhankelijk is van bijvoorbeeld bedrijfsmiddelen en gereedschappen die de opdrachtgever verstrekt. Ook van belang is of de zzp’er zelf zijn tijd kan indelen. Of dat hij zich moet houden aan de bedrijfs-werk-tijden en de werkplek bij de opdrachtgever.
Economische onafhankelijkheid van de zzp’er
Bij de beoordeling hiervan speelt onder meer de vrijheid die de zzp’er heeft om zelf te onderhandelen over de (prijs-) afspraken met de opdrachtgever mee. En ook of de zzp’er een of meer opdrachtgevers heeft. Dus is er sprake van ondernemerschap?
De beoordeling van alle bovengenoemde punten gebeurt op basis van de feitelijke situatie
Wezen gaat immers voor schijn. De praktijk moet overeenkomen met wat je op papier afgesproken hebt. Het kan zijn dat de zzp’er op basis van een door de Belastingdienst goedgekeurde overeenkomst van opdracht voor je werkt en je alle boven genoemde punten goed (schriftelijk) hebt afgesproken. Maar als blijkt dat de feiten en omstandigheden tijdens het uitvoeren van de opdracht niet overeenkomen met wat er op papier staat dan kan het oordeel alsnog zijn dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst. De Belastingdienst en/of de rechter kijken daarom altijd naar de feitelijke situatie.
In het kort
De vraag of een zzp’er een echte zzp’er is of een werknemer is in de praktijk niet altijd makkelijk te beantwoorden. Het gaat om de werkelijke situatie, waarbij wat contractueel overeengekomen is op de achtergrond staat. De samenwerking met de zzp’er moet je dus doorlopend beoordelen.
Op basis van de volgende vragen kan je beoordelen of er sprake van schijnzelfstandigheid is:
- Zijn de werkzaamheden die de zzp’er uitvoert een wezenlijk onderdeel van de bedrijfsvoering?
- Heeft de zzp’er vrijheid in de uitvoering van zijn werkzaamheden? Of geeft de opdrachtgever instructies tijdens de uitvoering van het werk?
- In hoeverre is de zzp’er onafhankelijk en vrij zelfstandig te beslissen en te onderhandelen? Aan de hand van dit antwoord kan de vraag beantwoord worden of de zzp’er wel als ondernemer heeft te gelden.
Heb je vragen over dit onderwerp, neem dan gerust contact met ons op.